Ga naar de inhoud

Een long en spons voor de regio

Volgende week start men!“, zo luidt een krantenkop eind augustus 1968. “Te Stasegem kan men vanaf de weg naar Harelbeke de mast van een schip zien uitsteken tussen de bergen zand, die daar in de Gavermeersen liggen. Een bijna absurd zicht, inderdaad. Het is zo dat de boot in kwestie een baggermolen draagt, die vanaf volgende week de Gavers zal uitvreten tot er een vijver van ongeveer 80 hectare groot en 7 meter diep ontstaan is.”  De krant stelt ook dat de plas een nieuw recreatiegebied wordt. “Het Harelbeekse stadsbestuur loopt met grote plannen rond”, zo staat er. “De vijver zou een groot recreatiecentrum worden met o.m. zwembaden, roeigelegenheid en dergelijke. Een recreatiecentrum dat zeker welkom zou zijn voor het Kortrijkse…”

“Niet alles wat ze toen in de krant schreven, klopt”, relativeert Jean-Pierre De Roo. “De vijver is slechts 62 hectare groot, maar De Gavers zijn inderdaad uitgegroeid tot een prachtig recreatiedomein. De baggerwerken waren een hele belevenis. Mensen trokken op zondag hun mooiste kleren aan voor een wandelingetje door de modderige werf. Door mijn slaapkamerraam zag ik het landschap snel veranderen. Niemand maakte zich zorgen over die enorme put in onze achtertuin, want wie zou er bezwaar kunnen hebben tegen een recreatiedomein?”  

De grillige vorm van De Gavers

Zijn grillige vorm en wisselende diepte dankt de Gavers aan de zandwinning en hoe de baggerboot te werk ging. Zodra de kwaliteit van het zand verslechtert, verplaatste de aannemer de baggerarm naar wat verderop. Soms moesten ze vrij diep gaan, tot wel zestien meter.

Jean-Pierre De Roo: “Het zand werd vermengd met water en zo via zes kilometer pijpleidingen naar de werf van de E3 gevoerd. Maar het was een dubbele pijpleiding: het water keerde daarna terug naar de Gavermeersen. Het meegevoerde slib creëerde een ondiepe zone ter hoogte van de kijkhut, waar nu riet en lisdodde welig tiert.”  

Cutterzuiger
Heemkring Dorp en Toren Deerlijk

Oorspronkelijke meersenlandschap hersteld

De provincie neemt de vijver en de omliggende gronden in 1974 over van de intercommunale. Ze versterkt de oevers, plant bomen en legt wandelpaden aan. In de daarop volgende decennia ontpopt de Gavers zich tot groene long van Zuid-West-Vlaanderen. Maar de Gaverplas speelt nog een andere belangrijke rol voor de regio. Hij doet sinds 1995 dienst als wachtbekken. “Via het pompstation in Bossuit stroomt gezuiverd Scheldewater via het Kanaal Kortrijk-Bossuit richting de Gavers”, legt Jean-Pierre uit. “In het waterproductiecentrum in Stasegem wordt een eerste keer gezuiverd. Van daar stroomt het naar de vijver. Na vier maanden wordt het opnieuw opgepompt naar het waterproductiecentrum, zo’n 35.000 kubieke meter per dag. Het water krijgt een finale zuivering en gaat dan op het leidingnet.”

In de strijd tegen de klimaatverandering doet het gebied ook dienst als spons. Tussen de Eikenstraat en de Meersstraat komt een gecontroleerd overstromingsgebied. Die zone moet het water zo lang mogelijk vasthouden en zo huizen beschermen tegen wateroverlast. Een goede zaak voor mens én dier, want ook padden, salamanders, oevervogels en steltlopers gedijen goed in natte natuur. Ook de Gaverbeek krijgt meer speelruimte. Ze wordt ontdaan van haar betonnen keurslijf en mag meanderen door het domein zoals ze dat vijftig jaar geleden deed. Langs haar oevers komen opnieuw knotwilgenrijen en populieren, en grachtjes worden opengelegd. “Zo wordt het historische meersenlandschap dat ik als kind door mijn slaapkamerraam zag, in ere hersteld”, stelt Jean-Pierre.