Ga naar de inhoud

Eind de jaren 1960 wordt meer dan vier miljoen kubieke meter zand weggepompt uit het waterrijke gebied tussen Harelbeke en Deerlijk. De enorme vijver die overbleef, kennen we nu als het provinciaal domein De Gavers.

Wie vandaag De Gavers bezoekt, kan zich moeilijk voorstellen dat er vijftig jaar geleden amper bomen stonden. “Als kind gaf mijn slaapkamer uit op de Gavermeersen”, vertelt Jean-Pierre De Roo. Hij groeit op in de Stasegemsesteenweg, werkt als gids in het provinciaal domein en kent het gebied op zijn duimpje. “Hier stond niets, op een handvol knotwilgen en populieren na.” Die boomsoorten verdragen natte voeten en dat is nodig. Want elke winter treden de Gaver-, Pluim- en Keibeek buiten hun oevers en komt het hele gebied onder water te staan. Niet erg geschikt om er huizen te bouwen, dus.  

De zanderige heuvelrug tussen de Leie en de Gavers is dat wel. Daar vinden archeologen vuistbijlen en andere bronzen en ijzeren voorwerpen die teruggaan naar 11.000 voor Christus. Bij de bouw van de Harelbeekse Collegewijk eind de jaren 1960 worden twaalf eiken waterputten blootgelegd die deel uitmaken van een Gallo-Romeinse nederzetting. “Niet onlogisch dat hier mensen woonden”, stelt Jean-Pierre. “Water is in die regio nooit schaars is, het drassige gebied schrikt aanvallers af en je vindt er klei om te kunnen bakken.” 

Familie schaatsen
Familiearchief Deknudt-Benoit

Roeien naar de koeien

Maar een waterrijk gebied betekent ook een grotere kans op overstromingen. “Ik herinner me dat mijn vader amper iets kon kweken in onze tuin. Eén spadesteek en je kwam uit op water. In de hoger gelegen gebieden konden boeren nog vee houden, de rest gebruikten ze als hooiweide. ’s Winters hadden ze vaak een roeibootje nodig om bij hun koeien te raken”, vertelt Jean-Pierre.  

Al in de vijftiende eeuw wordt aan Filips de Goede gevraagd om de Gaverbeek beter te onderhouden, maar het is wachten tot 1966 op een poging om de weiden droog te leggen. Dan besluit het ministerie van Landbouw om de stroomrichting van een deel van de Gaverbeek aan te passen. Het water dat normaal via de Gavers naar de Waregem stroomt, wordt rechtstreeks afgeleid naar de Leie. De rest van de beek ten oosten van de Rijksweg (N36) stroomt gewoon verder richting Waregem. De weilanden zijn op slag een stuk minder drassig. 

Maar lang kunnen de boeren niet van profiteren van de drogere gronden, want al gauw volgen de onteigeningen voor de snelweg. Voor de aanleg van de bermen van de E3 is namelijk zand nodig en het oog van de ingenieurs valt op de Gavermeersen. Uit boringen blijkt dat daar enorme zandreserves in de grond zitten, op amper vijf kilometer van de werken. 

SOS machtsmisbruik 

De boeren zijn allesbehalve tevreden met de plannen. Spandoeken met “Wij laten ons niet verjagen, wij vechten voor ons brood” en “SOS hier dreigt machtsmisbruik” duiken her en der op langs de velden. “Toch kan ik me inbeelden dat de meesten de waterzieke grond liever kwijt dan rijk waren”, zegt Jean-Pierre De Roo. “Bovendien kregen ze een mooie vergoeding.” 

Bert Van Belle, toenmalig directeur van Leiedal, bevestigt dat de meeste eigenaars zonder morren verkopen. “Ze beseften dat ze met de vergoeding dubbel zo veel land konden kopen in Wallonië. Maar bij de pachters lag dat veel gevoeliger. Ook de Boerenbond stond op zijn achterste poten toen de minister van Landbouw het onteigeningsplan goedkeurde. De opkomende industrie had in West-Vlaanderen al grote lappen landbouwgrond verzwolgen en de organisatie was allergisch voor nog meer onteigeningen. Tijdens een protestactie werd de lidkaart van de voorzitter van Leiedal voor zijn ogen in twee gescheurd, zo kwaad waren ze.”