Ga naar de inhoud

Nood aan een moderne autosnelweg

Voor de komst van de E3 moest al het verkeer langs banen zoals de Rijksweg 14 (nu de N70), die als bijnaam de ‘dodenweg’ kreeg. Deze weg was in slechte staat, er waren vaak files en bovendien moest al het zware verkeer langs deze weg passeren, door de dorpscentra van Beveren en Zwijndrecht. In Het Vrije Waasland op 18 juli 1959 werd de problematiek van de ‘staatsbanen’ ook aangekaart. De baan in Kruibeke (nu de N419) was druk bereden door allerlei voortuigen en in slechte staat. Door de putten in de weg dreigden de ladingen van de camions te vallen en zo werden vele fietsers opgeschrikt. Burgers eisten een vernieuwing van het wegdek. Zulke problemen verergerden alleen maar bij de toename van het aantal auto’s en vrachtwagens op de baan. In de jaren ‘60 voelde men heel erg de nood aan een moderne autosnelweg.  

uit Het Vrije Waasland, 18 juli 1959
uit Het Vrije Waasland, 18 juli 1959

E3-betogingen

Op 25 juni 1961 werd een eerste ‘grote E3-betoging’ gehouden in Antwerpen. Niet tegen de aanleg van de E3 zoals de naam zou doen vermoeden, maar wél voor de bespoediging van de aanleg van de snelweg. Een tweede E3-betoging vond plaats op 3 maart 1963, en eindigde met een bijeenkomst op de Grote Markt van Sint-Niklaas. 

uit Het Vrije Waasland, 9 maart 1963

Tellingen

In 1962 werd een onderzoek gedaan naar het belang van de komst van de E3. De universiteit van Gent deed tellingen van vrachtwagens en goederen te Haasdonk, met hulp van de studenten van de economische faculteit en de politie. Ze lieten vrachtwagens halt houden voor een korte bevraging van 50 seconden. Ze vroegen de bestuurders wat hun bestemming was en wat ze meehadden. Zo kon het economische en industriële belang van de E3 vergeleken worden met het vervoer langs de spoor- en waterwegen. Uit de studie bleek een sterke aangroei van het verkeer, en vele volgeladen vrachtwagens. Dit onderstreepte het belang van de komst van de E3.

uit Het Vrije Waasland, 31 maart 1962